Twintig lokale journalisten liepen mee met verslaggevers van het Achtuurjournaal. Aan beide kanten zien ze verschil in hun manier van werken. En dat dwingt wederzijds respect af.
Een groot verschil valt meteen op als de lokale verslaggevers uit dit project op pad gaan met hun evenknie van het NOS Journaal: er haakt een cameraman aan. “Dat scheelt een hoop werk waardoor Bart goed op de inhoud kan focussen,” vertelt Sibel Onemli van RTV Stichtse Vecht over haar meeloopdag met economieverslaggever Bart Kamphuis. Sibel zelf, net als alle journalisten in dit project, maakt de reportages met haar mobiele telefoon.
Solo
Lokale verslaggevers zijn vaak op zichzelf aangewezen als ze op pad gaan. Dat dwingt bewondering af bij Kamphuis: “Enorm veel respect voor hoe zij te werk gaan, soms maken ze óók nog radio.” Zijn collega-verslaggever Peer Ulijn van de binnenlandredactie heeft hetzelfde ontzag voor de lokale werkwijze: “Ze moeten veel vindingrijker zijn.” Maar Ulijn ziet ook voordelen: “Ze filmen met hun mobiele telefoon, dat vind ik interessant. Dan krijg je weer heel andere dingen, je kunt ook dichterbij mensen komen.”
Luxe
Behalve een cameraman zijn er ook redacteuren in Hilversum om de verslaggever in het veld te ondersteunen. “Het is een compleet andere wereld. Die verbazing was ook een soort reflectie naar mezelf. Hoe wij werken is ook een luxepositie,” zo houdt Kamphuis zichzelf een spiegel voor.
Goed om te ervaren, die ruggenspraak continue met de redactie, de feiten moeten immers kloppen.
De lokale collega’s vinden het interessant om te zien hoe de samenwerking tussen verslaggever en redactie verloopt: “Goed om te ervaren, die ruggenspraak die Peer en Bart continue hebben met de redactie, de feiten moeten immers kloppen,” vertelt Rutger Hillenaar van RTV Lansingerland. Hij liep mee met de economieverslaggever én binnenlandverslaggever.
Beter
De journaalverslaggevers hebben óók echt iets aan de meeloopdagen, vertelt Peer: “Daar wordt het onderwerp beter van. Je overlegt meer tijdens het draaien.” Dat geldt ook voor Bart: “Soms is het ook prettig om dingen uit te leggen. Als je er over vertelt, dan lukt het vaak beter.” Hij kreeg hulp tijdens het schrijven van een voice over: “Ik zat te broeden op een zinnetje.” Sibel gaf hem een goede suggestie. Ze vond het bijzonder: “Ik kreeg invloed op het item dat uiteindelijk in het achtuurjournaal zou worden uitgezonden.”
Je hoeft niet áltijd met complexe vragen te komen, maar soms ook juist simpele.
Gemak
Elke verslaggever pikt er voor hem of haar leerzame dingen uit. Rutger vond het leerzaam om te zien hoe de verslaggevers de geïnterviewden op hun gemak stellen. Gjaldau Sijtsma van RTV NOF heeft dat ook meegenomen in haar werk: “Sprekers nog duidelijker uitleggen van tevoren wat je van ze verwacht.” Het is niet het enige wat ze meeneemt als ze een dag meeloopt met Bart Kamphuis. Hij maakt een reportage voor het Journaal over zonnepanelen en het salderen van energieverbruik. Ingewikkelde materie vertelt Gjaldau: “Je hoeft niet áltijd met complexe vragen te komen, maar soms ook juist simpele. Zo wordt een moeilijk onderwerp begrijpelijk voor de kijker.” Kamphuis ziet dat als een taak: “Deel van ons werk is versimpelen. Die worstelingen waar we ons door heen moeten slaan: hoe maak ik dit behapbaar.”
Robbert Beurse van omroep Sleutelstad kreeg van politiek verslaggever Michiel Breedveld als feedback op zijn voice over ook de tip om stem coaching te volgen. Dat heeft hij meteen heeft opgepakt. Hij mocht zelf een stand up en een interview opnemen en vervolgens een item maken voor het onlinekanaal van Politiek24.
Elke dag
De Journaalverslaggevers zagen de lokale collega’s dus absoluut niet als blok aan hun been. Integendeel zelfs. Ze vinden het project heel waardevol, Peer Ulijn: “De samenwerking vind ik heel erg goed en dat we die uitwisseling doen. Al die gebieden uit het land, ik vind dat heel erg leuk.” De economieverslaggever vult aan: “Je zou het eigenlijk ook andersom moeten doen. Om mee te kijken, om suggesties te doen en om zelf dingen op te steken. Zo is er ook meer contact onderling.” Voor Peer is het zeker niet de laatste keer: “Het is ook gezellig. Van mij mag er elke dag iemand mee.”