Publieke omroepen die onderling beeld uitwisselen. Het lijkt vanzelfsprekend. Maar zeker voor de NOS met de lokale omroepen is het dat zeker niet.
“Nee, het was niet vanzelfsprekend dat het er was, maar het is wel heel logisch dat het er nu is,” zegt Ferry Kesselaar, manager Techniek van de NOS. Hij vertelt dat het nog niet zo heel lang geleden is dat koeriers door het land sjeesden om beelden van de ene naar de andere omroep te brengen. Er kwam een systeem waarmee beelden digitaal verstuurd konden worden. Dat moest daar verbetering in brengen: “Maar dat duurde eigenlijk net zo lang als die koerier zelf.” De techneuten bedachten iets sneller en beter: NOS MediaCloud zag 11 jaar geleden het levenslicht.
Server
De MediaCloud is een technische applicatie die het mogelijk maakt om via servers beelden van de ene naar de andere omroep of persbureau te sturen. Of de beelden worden er op gezet en andere gebruikers kunnen in het materiaal zoeken en het gewenste beeld er afhalen. Regionale omroepen doen er al langer aan mee en sinds kort ook lokale omroepen. In nog geen half jaar tijd is het al bijna 100 keer gebruikt door de lokale journalisten verbonden aan Versterking Lokale Journalistiek. Zij zetten eigen materiaal op de Cloud waarvan zij denken dat het nationale relevantie heeft, en ze halen er beeld vanaf voor hun eigen montages en producties.
Ik kan moeilijk helemaal naar Ter Apel gaan om een paar beelden te maken.
Completer
Bart van der Helm van lokale omroep WOS in het Westland is er fan van: “Absoluut een voordeel.” Hij maakt vooral via de MediaCloud gebruik van beelden van de NOS om landelijk nieuws lokaal relevant te maken. Bijvoorbeeld als het over vluchtelingen gaat: “Als ik dat in de regio doe heb ik maar een beperkt aantal plekken om te filmen, ik kan moeilijk helemaal naar Ter Apel gaan om een paar beelden te maken.” In het verleden moest hij creatief zien om lokaal beelden te maken. “Daar nam ik genoegen mee. Dan probeerde ik het zo compleet mogelijk te maken. Maar het was veel gedoe en moeite. Doordat het langer duurde vroeg je jezelf af: ga ik dat doen, ja of nee.” Dat nu de uitwisseling met de NOS mogelijk is, maken zijn reportages beter, vertelt Bart.
Snel
De technische voordelen leveren dus ook journalistieke voordelen op, weet ook de manager techniek van de NOS: “Wat je volgens mij als journalist wil, is dat je snel in staat bent om bij materiaal te kunnen en het helpt je om het verhaal te kunnen vertellen.”
Het was niet vanzelfsprekend. Maar het is natuurlijk héél noodzakelijk.
Lokaal
Om dat technisch te realiseren was nog wel even een uitdaging, vertelt Kesselaar. Normaal gesproken verloopt de video-uitwisseling via een server. Maar om zo’n computer bij 44 lokale omroepen te installeren was onbegonnen werk. Ander probleem: in welk formaat worden video’s geüpload in het systeem. Kesselaar heeft samen met de lokale omroepen één bestandsformaat gekozen en voor het server-probleem bedacht hij samen met zijn team ook een oplossing: “We hebben een lokale up- en download ontwikkeld. Daarmee omzeil je als het ware een beetje de systemen van al die lokale omroepen. Dat komt dan wel op een laptop terecht en dan kan je gewoon met een stukje video aan de slag.”
Rechten
Andere hobbel: de rechten. Van wie is het materiaal? “Mensen gingen heel erg op hun materiaal zitten. Hoe ga je nou om met de rechten? Dat doen we met bronvermelding nu maar we hebben binnen de journalistiek publieke omgeving ook gezegd, je mag dat materiaal met elkaar uitwisselen.”
Onzin
“Het was niet vanzelfsprekend. Maar het is natuurlijk héél noodzakelijk als je als journalistieke publieke NLPO, regionalen en de NOS met elkaar gaat samenwerken.” De lokale journalisten hebben dus toegang tot landelijk beeld om een lokale verstaalslag te maken. En de NOS heeft op haar beurt toegang tot meer bronnen voor beeld dankzij de aansluiting van de lokale omroepen. En daar wordt in dit project ook veel gebruik van gemaakt: “Het is onzin als er nieuwsbeelden zijn dat je daar zelf een cameraploeg naartoe rijdt als iemand anders dat al gedraaid heeft.”
